Belastingen: box 3

Bij je jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting moet je precies weten welke inkomsten in welke box vallen. De belastingdienst hanteert namelijk een systeem van verschillende boxen voor verschillende soorten inkomsten, te weten:

 

In dit artikel wordt box 3 besproken, elders op deze site vind je relevante over de andere boxen.

Box 3. Uitgelegd

In box 3 komen alle inkomsten uit sparen en beleggen terecht. Het belastbaar inkomen wordt berekend door alle inkomsten uit de diverse bronnen bij elkaar op te tellen en vervolgens op het totaal, alle schulden en aftrekposten in mindering te brengen. Allereerst de inkomstenbronnen.rekenmachine-logo

  • Inkomstenbronnen
  • De waarde van effectenrekeningen
  • De waarde van aandelen en obligaties
  • De waarde van spaarerkenningen
  • De waarde van betaalrekeningen
  • Huuropbrengsten
  • de waarde van een tweede huis
  • Contant geld (hier zit een kleine vrijstelling op)
  • Uitgeleend geld
  • Schulden
    Deze schuld beperken zich enkel tot consumptieve schulden, het gaat dus niet om schulden met betrekking tot bijvoorbeeld een eigen woning). Schulden moeten een gezamenlijke waarde hebben van meer dan 3.000 (schuldendrempel) euro per persoon.
  • Vrijstellingen
  • Anno 2016 is de extra vrijstelling voor groene beleggingen 57.213 euro per fiscale partner. Daarnaast geldt voor groene beleggingen ook een extra heffingskorting. Groene beleggingen zijn beleggingen in fiscaal erkende groene fondsen die investeren in projecten die in het belang voor het milieu zijn.
  • De waarde van overlijdensrisicoverzekeringen met een waarde van minder dan een bepaald bedrag is eveneens vrijgesteld. Overlijdensrisicoverzekeringen zijn vaak bedoeld als uitvaartverzekering of een speciaal bankspaartegoed dat alleen maar vrijkomt in geval van overlijden.

1 januari is jaarlijks de peildatum van het saldo van de bezittingen en schulden. Dat saldo wordt verminderd met het heffingsvrij vermogen.

Heffingsvrij vermogen

Het heffingsvrij vermogen geldt in box 3 voor iedereen en kan worden afgetrokken van het rendement. Voor dat rendement hanteert de belastingdienst een percentage van 4%, waarbij de daadwerkelijke winst niet ter zake doet voor de aangifte. Voor 2016 ligt het heffingsvrij vermogen op 24.437 euro, wat dus betekent dat pas belasting betaald hoeft  worden als het belastbaar inkomen in box 3 boven dat bedrag uitkomt.

Box 3. Belastingtarief

Er wordt dus een vast rendementspercentage van 4% gehanteerd door de belastingdienst, wat wordt belast tegen een tarief van 30%. Er wordt dus 30% over 4% rendement betaald, wat betekent dat er in totaal 1.2% belasting moet worden betaald over het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen.

Bron: Rekenmachine.site