Wat is beter, sparen of beleggen?
Je hebt wat geld over, moet je dit sparen of beleggen? Het simpelweg op je betaalrekening laten staan is niet verstandig, dit levert je namelijk geen rendement op. Rendement maken op je geld is eigenlijk wel nodig omdat je geld door inflatie in waarde zal afnemen. Sparen levert niet veel op en van beleggen zijn de risico hoger. Wat is verstandig? In dit artikel zullen we je proberen wat inzichten aan te dragen zodat je voor jou eigen situatie een weloverwogen inschatting kunt maken.
Sparen
Het is algemeen betekend dat het nadeel van sparen is dat je momenteel een wel erg lage rente krijgt. Toch hoeft sparen zo gek nog niet te zijn.
Indien je gaat sparen op een spaarrekening dan is het grote voordeel dat je altijd direct je geld kunt opnemen. Dit is handig voor het geval van onvoorziene uitgaven zoals een auto die stuk gaat of een reparatie aan het huis. Je hebt altijd de beschikking over je geld. Als je gaat beleggen dan kan je ook altijd snel wat aandelen(fondsen) verkopen om geld vrij te maken maar dan loop je het risico dat je dit uitgerekend in een periode moet doen dat de koersen zijn gedaald waardoor je gedwongen met verlies moet verkopen.
Met een spaarrekening zal je nooit verlies maken, je geld kan alleen maar meer waard worden.
Zoals gezegd is het nadeel dat je rente op een spaarrekening laag is. Wil je sparen en wat meer rente krijgen dan kan deposito sparen uitkomst bieden. Je zet bij deposito sparen je geld voor een vooraf vastgestelde periode vast. Hoe langer je je geld vast zet hoe hoger de rente zal zijn die je krijgt. Het nadeel is dat je niet direct bij je geld kan mocht dit nodig zijn. Zet daarom nooit meer geld op een deposito rekening dan dat je echt kan missen. Geld voor onvoorziene omstandigheden kan je beter op een normale spaarrekening wegzetten voor een lagere rente.
Het risico wat je loopt met sparen is erg laag. Het risico wat je loopt is dat de bank waar je geld staat failliet gaat en je niet meer bij je spaargeld kan. In Nederland dekt de staat dit af tot een bedrag van 100.000 euro per spaarrekening. Kies daarom altijd voor een bank die onder dit garantiestelsel valt. Een (buitenlandse) bank die een veel hogere rente aanbiedt dan andere banken kan een teken zijn dat deze buiten het garantiestelsel opereert. Zelfs met het garantiestelsel is je geld nooit 100% veilig, het is namelijk mogelijk dat zowel de banken als de overheid failliet gaan. Voor dergelijk doemscenario’s heeft het wegstoppen van euro’s overigens ook weinig nut. Mocht de overheid failliet gaan dan wordt de euro waarschijnlijk ook niets meer waard, het is immers de overheid die de waarde van de euro moet waarborgen.
Wil je je (deels) indekken tegen dergelijk doemscenario’s dan zou je wat geld kunnen sparen in buitenlandse valuta zoals de USD of wat fysiek goud kunnen kopen. Goud heeft overigens het nadeel dat dit niet rendeert, het levert geen rente op, het enige waar je op mag hopen is dat het meer waard wordt of minimaal zijn waarde behoudt.
Een nadeel van de lage rente op spaarrekeningen is momenteel dat de inflatie hoger is dan de spaarrente. Dit in combinatie met de vermogensbelasting maakt het eigenlijk noodzakelijk dat je een deel van je vermogen belegt om waarde vermindering te voorkomen.
Beleggen
Historisch gezien levert beleggen veel meer rendement op dan sparen. Dit is echter als je het bekijkt over een horizon die voldoende lang is, meestal wordt uitgegaan van minimaal 20 jaar. Wil je geld wat je over hebt gaan beleggen dan is het dan ook verstandig om dit te doen met geld waarvan je weet dat je het de komende 20 jaar niet nodig zult hebben. Hou hierbij rekening met veranderingen in de gezinssamenstelling, vaste lasten en inkomen.
Het grote nadeel van beleggen is dat de koersen van aandelen nogal heftig op en neer kunnen bewegen. Er zijn jaren dat de beurzen met wel 10 procent of meer kunnen dalen maar er zijn ook jaren dat de beurzen met 10 procent of meer kunnen stijgen. Of de beurs het komende jaar gaat stijgen of dalen is vaak maar moeilijk te voorspellen. Veel voorspellingen komen niet uit. Zo kan de economie goed draaien terwijl de beurskoersen dalen, de goede economie is dan al ingeprijst in de beurskoersen. Andersom kan het slecht gaan met de economie terwijl de beurskoersen stijgen. Beleggers denken dan dat de economie op zijn dieptepunt is en in de nabije toekomst zal herstellen.
Als je gaat beleggen in aandelen dan heb je heel veel keuze in aandelen. Zo kan je beleggen in Nederlandse aandelen en in aandelen van in het buitenland genoteerde bedrijven. Je hebt aandelen die dividend uitkeren en aandelen die dit niet doen. Aandelen die dividend uitkeren leveren je jaarlijks een rendement op, zelfs als de koersen dalen. Dividend aandelen zijn daarin tegen wel de aandelen van de meer degelijke aandelen van bedrijven die niet veel meer groeien. Je zal daarom minder koersstijgingen zien dan met aandelen van jonge en snelgroeiende bedrijven.
Het nadeel van beleggen in aandelen is dat je veel uitzoekwerk zult hebben. In welke aandelen wil je beleggen? Heb je niet echt verstand van aandelen of geen tijd om je er in te verdiepen dan kan je een aandelenfonds overwegen. Een aandelenfonds is een mandje van verschillende aandelen geselecteerd door een professionele fondsbeheerder. Het voordeel is dat hiermee je risico’s gespreid zijn over verschillende bedrijven. Mocht het met één of een paar van deze bedrijven niet goed gaan dan vangen de andere bedrijven uit het fonds dit wel op. Een ander voordeel is dat de kosten laag zijn, je betaald maar 1 keer transactiekosten in plaats van voor ieder individueel aandeel.